MEXICO, FEBRUARI/MAART 2014

             

We lopen deze keer ‘slechts’anderhalf uur vertraging op bij de overstap in Londen met American Airlines, maar we mogen niet klagen, onze vluchten waren deze keer gratis.De vlucht naar Dallas zelf is prima, we zitten in een gloednieuw toestel met een zeer uitgebreid entertainment systeem, de pasta en later de pizza, smaken uitstekend. Het wachten bij de Dallas Fort Worth Airport immigratie duurt ook weer veel te lang, dus we zijn blij als we onze kamer kunnen betrekken in het Hyatt Regency hotel. Een shuttlebus brengt onsheen en weer naar Grapevine Mills, een enorm mooie shopping mall, waar we nog een paar uurtjes winkelen. En dan komt aan deze lange dag een eind.

Volgende dag zijn we er weer vroeg bij, we raken in de airportshuttle in gesprek met Amerikaanse toeristen, deze raden ons aan erg voorzichtig te zijn in Mexico. Waarschijnlijk hebben ze zelf geen research gedaan naar de veiligheid van hun eigen bestemming, Jamaica.  We nemen een ontbijtje op de luchthaven. Eindelijk iets in het assortiment van McDonalds dat WEL lekker is, de McGriddle.

 

 

Het vliegtuig naar Guadalajara is maar voor de helft gevuld, en metnogal wat turbulentie staan we  tweeënhalf uur later weer te wachten voor de Mexicaanse immigratie. Deze draaien de zondagdienst met twee man, een beetje te weinig. De medewerkers vanautoverhuurbedrijf Hertz zijn zeer behulpzaam, en al snel rijden we in onze Dodge Attitude richting de tweede grootste stad van Mexico. Het Portonovo hotel ligt net aan de rand van het historisch centrum. We lopen eerst naar het Plaza de los Mariachis om wat limonada te drinken, en te kijken naar de optredende artiesten. Vervolgens lopen we richting het centrum, dat vooral veel kerken en pleinen telt, met als hoogtepunt de kathedraal met betegelde torens.

 

 

 

 

 

 

De inwoners van de stad genieten van hun vrije dag, er hangt een enorm relaxte sfeer. Het weer werkt ook mee, 30 graden met een paar wolkjes, heerlijk!! We lopen terug naar het hotel, eten taco’s pastor in een groezelig tentje vlakbij het hotel.Op de straat ervoor is een louche tweedehands markt, voor en door de allerarmsten van de stad. Veel stelt het niet voor, de handelswaar is uitgestald op kleedjes op de grond. De handel varieert van opgelapte schoenen, stokoude telefoons en opladers, tot brillen en sexblaadjes.

 

 

 

 

 

Het Portonovo hotel was niet erg duur, maar het is brandschoon, en serveert een geweldig ontbijt. De winkels zijn nog niet allemaal open, dus relaxen we eerst wat op het Plaza de Armas. Op het Plaza de la Liberación is een militaire parade vanwege de onafhankelijkheid van de staat Jalisco.We halen de auto uit de kelder van het hotel, en rijden naar de Galleria, een grote mall in de wijk Zapopan, we zijn nog niet helemaal uitgeshopt, en doen nog wat boodschappen in de nabijgelegen Walmart. We moeten in de rij staan om een tafel te krijgen in La Chata, een van de betere restaurants van de stad, het eten is aardig, niet spectaculair. We lopen nog een rondje, ontdekken nog een grote markt achter de Plaza de los Mariachis met een grote food court, helaas net te laat.

Na het ontbijt rijden we in de ochtendspits Guadalajara uit richting Tapalpa. Als we de drukte van de stad en de snelweg achter ons laten, brengt een kronkelige bergweg ons naar het slaperige stadje. Rond het plein staan 18de-eeuwse huizen met houten balkons, en twee kerken. Er is een straat met allemaal eetstalletjes waar we taco’s met vlees en tong eten, met een heerlijke salsa die romige avocado bevat. Boven het dorpje brengt een steile hobbelige weg ons naar Villa Cassis, ons hotel voor de komende twee nachten. We krijgen een kamer met een ruim balkon, met een schitterend uitzicht over de omgeving. We gaan eerst even relaxen, genieten van de zon en wennen aan de hoogte.

 

 

De lucht is strak blauw, en het belooft 32 graden te worden vandaag. Direct na het ontbijt maken we een wandeling van 10 kilometervia een oude overwoekerde papierfabriek naar Las Piedrotes, een aantal enorm grote stenen. Een pittige wandeling met nogal wat hoogteverschil. Teruggekomen in de het centrum eten we een lekkere hamburguesa bij een van de straatstalletjes, en klimmen we nog even naar het hotel om weer bij te komen van de tocht.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De bochtige weg naar Colima is prachtig, een schitterend landschap, steeds weer zien we de vulkaan Colima uit een andere hoek. We checken in hotel Ceballos, onze kamer heeft uitzicht op de kerk en het plein. We eten een torta bij een eethuisje even verderop, en genieten van een avondvullend programma op het plein vanaf ons balkon. Eerst komen er kinderen volksdansen, vervolgens verschillende muzikale acts, dan stroomt het plein vol met klassieke auto’s, hierna dendert een colonne Harleys  voorbij, en als die weg zijn volgt een grote groep wielrenners. Het is inmiddels na elven.

 

 

 

 

Na een vreemd ontbijt, niet iedereen in Mexico kan lekkere bonen klaarmaken, verlaten we Colima, en beginnen aan een lange reisdag naar het beruchte Uruapan in de staat Michocan. De reis wordt nog langer dan we dachten, want bij een checkpoint van de politie, horen we dat de weg is afgesloten, en om moeten rijden via Patzcuaro, een tegenvaller van twee uur. De route voert door het diverse stadjes, en schiet niet echt op. Dit wordt vooral veroorzaakt door de zogenaamde topes, dat zijn serieuze verkeersdrempels, waar je heel langzaam overheen moet rijden, anders wordt de auto gelanceerd. Meestal worden de topes goed aangegeven, en zijn geel geschilderd, maar soms is de verf er afgebladderd, of vallen ze niet op in de schaduw van een boom. Meerdere malen komen we met piepende banden tot stilstand vlak voor een tope.

Als we Uruapan eindelijk binnenrijden lijkt het, of we in een warzone terecht zijn gekomen. Checkpoints met zandzakken gebarricadeerd, en tientallen gewapende mannen in witte t-shirts en bivakmutsen controleren het in- en uitgaande verkeer. Het zijn Autodefensas, een soort burgerwacht die opgericht is omdat men de overlast van de drugskartels beu is. Deze werken naast de grote hoeveelheid leger en politie die al continue met veel machtsvertoon door stad en land patrouilleert.  De drugskartels zijn erg machtig en gewelddadig, de politie heeft er niet erg veel grip op, en veel politie is ook omgekocht. Op internet circuleren foto’s, waarop te zien is hoe het kartel een rivaliserende bende heeft uitgemoord, en de lijken op zeven plastic stoeltjes op een rotonde in Uruapan heeft neergezet.

Van dit alles is in ons hotel Mansion Del Cupatitzio niks te merken, een prachtige tuin met zwembad, vlakbij de ingang van het weelderige tropische stadspark Parque Nacional Eduardo Ruiz. Op Plaza Morelos, het stadscentrum, wemelt het weer van zwaar bewapende politie en leger, maar verder is het heerlijk rustig. Niet overal is het eten even lekker, vandaag eten we een teleurstellende tostada met kip en waterige bonen op de Mercado de Antojitos.

We maken een dagtocht naar het dorpje Paricutin, dat in 1942 werd overstroomd door lava van de gelijknamige vulkaan. Alleen de toren van de kerk steekt nog boven de lava uit. Vreemd genoeg is ook het altaar gespaard gebleven, van het dorp zelf is niks meer te zien. We eten heerlijk vanavond, arrachera, in een eethuisje vlakbij het hotel.

 

 

 

 

 

 

 

 

Onderweg naar Patzcuaro bezoeken we de ruines van Ihuatzio, en betrekken we in hotel Casa Del Refugio een kamer met uitzicht op het plein. Het is carnaval, een groepje enthousiaste jongemannen, verkleed als vrouw, onder leiding van een verklede stier en wat muzikanten dansen onophoudelijk door de stad. Waar ze de energie vandaan halen weten we niet, het is erg warm. We eten een torta in een tentje op de markt,waar lokale boeren hun producten verkopen. ’s Avonds barst het carnavalsfeest los op de beide plaza’s van de stad.

  

 

 

 

 

 

In de morgen rijden we naar de ruines van Tzintzuntzan, de oude hoofdstad van de Tarascanen, gesticht in de 14e eeuw.

 

 

 

We rijden naar de Muelle General, en nemen de boot naar het eilandje Janitzio, we klimmen omhoog naar het standbeeld van Morelos. Op het meer zien we traditionele vissers, met hun vlindernetten, die tegenwoordig meer gebruikt worden om toeristen te vangen in plaats van vis.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

We maken een korte stop in Morelia en bekijken de indrukwekkende kathedraal, en het aquaduct. We rijden wederom een schitterende route naar Angangueo. Plaza Don Gabino is een eenvoudig hotel, we zijn hier hoog in de bergen, en het is met 17 graden aanmerkelijk kouder dan we gewend zijn hier. Vannacht zal de temperatuur dalen tot 1 graad.

 

 

We rijden naar het dorpje om te kijken of we informatie kunnen vinden over het Monarchvlinder reservaat dat we morgen willen gaan bekijken. Toeristische attracties staan hier bijna nooit goed aangegeven, je moet het zelf maar uitzoeken, en als je geen Spaans spreekt is dat best lastig.Tijdens het ontbijt ontmoeten we een Engels sprekende gids die met ons mee wil gaan. Wat een uitkomst. Elke winter migreren miljoenen vlinders vanuit het noordoosten van de VS en Canada naar de bossen van Oyamel om zich voort te planten. Een bizar gezicht, de bomen zijn volledig bedekt met de oranjezwarte vlinders. Als de zon wat hoger klimt beginnen ze rond te vliegen. Het zijn er dit jaar niet eens zo heel veel, maar 20 miljoen wordt geschat. Het reservaat ligt enkele kilometers buiten Angangueo, daarna is het nog een stevige wandeling omhoog naar de vlinders, die niet erg makkelijk te vinden zijn. Twee Nederlanders in het hotel zijn zonder gids vertrokken, en hebben niet één vlinder gezien, zo horen we later. Daarom het e-mailadres van gids David Hernandez Reyes  David_hr@outlook.es.

 

 

 

 

 

 

 

 

We kunnen niet te lang blijven, want we moeten nog een eindje rijden naar Guanajuato, ook moeten we onderweg nog ergens pinnen om de tolwegen te kunnen betalen. De politieagenten die wij zijn tegengekomen in Mexico waren allen erg vriendelijk en behulpzaam. Ze hielpen met inparkeren en stopten zo nodig het verkeer op drukke wegen. Heel onverwacht. Guanajuato is een superleuk kleurrijk stadje, gelegen in een smal ravijn, met veel markante gebouwen, en opvallend moderne, trendy inwoners. Er is een ondergronds wegennetwerk waarin het best lastig navigeren is, de tunnels hebben allemaal zijweggetjes. Bij de derde poging geraken we op de juiste plek, de parkeergarage achter theater Juarez. Ons hotel Casa Dionisio is gelegen bovenop de ravijnwand, en onze kamer heeft een fantastisch uitzicht over de stad. Beetje lastig om onze koffers omhoog te slepen, gelukkig krijgen we hulp van iemand. Het is niet duidelijk of deze man voor het hotel werkt of waar hij zo plots vandaan komt. Naar beneden gaat een stuk makkelijker. We eten hier goed op de Mercado Hidalgo, een markt in een stalen constructie dat doet denken aan een Brits victoriaans treinstation, en Los Campos, een trendy tapas restaurant.  We bezoeken Museo de las Momias, hier zien we meer dan honderd gemummificeerde mensenlichamen, afkomstig van de lokale begraafplaats. We winkelen, relaxen op een terrasje, het begint een beetje op vakantie te lijken. In het hotel wordt het ontbijt geserveerd op het dakterras, en ’s avonds is er de rally van Guanajuato, waaronder veel Europeaanse deelnemers. De rallywagens duiken met hoge snelheid de ondergrondse tunnels in.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ons volgende halte is het plaatsje Tequila, we komen nog net op tijd aan om deel te kunnen nemen aan een rondleiding in een tequila distilleerderij van Jose Cuervo. We hadden nog niet echt tijd gehad om veel te eten tussen de middag, alleen op straat een zakje chips gekocht, dat ze hier serveren met zout, limoensap en chilisaus, dus de tequilaproeverij hakt er in. We krijgen aan het eind nog de beste iced Margarita ooit.

 

 

 

 

Na het ontbijt rijden we naar Puerto Vallarta. Tot nu toe zijn we eigenlijk weinig toeristen tegengekomen, maar in PV zijn alleen maar toeristen lijkt het. Geen Mexicaan in het straatbeeld. We blijven een nachtje in het Fiesta Americana hotel, maar dat is niet zo ons ding, en we krijgen ook nog eens een kamer waarin een man ligt te slapen. Excuses krijgen wij, en de geschrokken man in elk geval niet. We verhuizen voor de volgende drie nachten naar het nabijgelegen Westin. Een prachtig hotel met supergoede bedden en een fantastisch zwembad. We proberen een ontbijtje op het strand in het centrum, we schuiven aan bij een barbecue van strandverkopers en we eten nog de beste vistaco’s van de stad bij Marisma Fish Tacos. Maar verder doen we niks anders dan aan het zwembad liggen, en af en toe wat eten of drinken bestellen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dan is de tijd weer gekomen om te vertrekken. Met frisse tegenzin, dat wel.  We rijden een prachtige route terug naar Guadalajara, slapen in het Ramada Encore hotel, eten op de laatste avond geweldig goed in het nabijgelegen  La Tequila, een restaurant met regionale Mexicaanse specialiteiten op het menu zoals Poblano Chile Soup en Quesedillas met sprinkhanen met de beste guacamole ooit.